Kort geleden zei een collega coach mij dat als je je wilt verbinden met je cliënten, je altijd een beetje van ze moet houden. En ja, ze heeft gelijk. Ik houd van mijn cliënten. Hoe verschillend ze ook zijn.

Zonder verbinding is een coachtraject als het trekken aan een dood paard. Misschien verschuift er iets of kan je van een andere kant het dode paard bekijken, maar om helend te werken is verbinding met je cliënt nodig.

In een onderzoek van vóór de Me-Too beweging staat dat patiënten hun arts meer vertrouwen als hij of zij de patiënt bij een consult 3 keer aanraakt. Een lijfelijke verbinding maakt. Hand geven in het begin, hand geven aan het eind, en tussenin een hand op een schouder of een andere plek. Nu is het aanraken zonder noodzaak niet meer mogelijk, zelfs risico verhogend, niet ethisch dus. Maar hoe verbind je dan wel?

Verbinden zonder fysieke aanraking kan natuurlijk en gebeurde altijd al. Dat begint bij de allereerste seconde dat ik mijn telefoon opneem voor een eerste contact. Ik stel mijn hart open voor de vraag en problematiek. De eerste keer dat de cliënt in mijn praktijkruimte binnenloopt is een volgend belangrijk moment. Oogcontact, het samen ongemakkelijk zeggen dat we niet mogen handgeven, het wijzen van de stoel, het aanbieden van koffie of thee. Het zijn allemaal momenten waarop ik verbinding aan het leggen ben met mijn cliënt. Verbinden doe je dus steeds, in kleine en grote dingen, tijdens ‘het werk’ en alles daaromheen.

Ik verbind door veel en vriendelijk oogcontact. Door ook iets van mijzelf prijs te geven, om te zeggen wat ik zie, om te herhalen wat de cliënt zegt waardoor deze zich gehoord voelt, door houdingen te spiegelen, door aan te sluiten op de taal van de ander.

Maar soms loopt een coachgesprek moeizaam, schuurt het. Of loopt een hele reeks sessies moeizaam terwijl de cliënt er toch niet mee stopt. Het benoemen van mijn gevoel werkt vaak helend. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik dat pas durfde toen ik meer ervaring had.

Op een goede manier verbinden kost energie. Het is dus belangrijk om zelf fit en uitgerust te zijn, zodat het makkelijker gaat. Er voor zorgen dat je zelf goed in je vel zit.

Soms moet je minder hard werken waardoor je je meer verbindt. Achteruit in de stoel en vertrouwen in de kracht en helende werking van de cliënt zelf. Dat zijn twee van de pijlers van de Transactionele Analyse, geloven in de denkkracht van de ander en de mogelijkheid van verandering. Daar heb je wel verbinding bij nodig. Een verbinding die als het goed is sterker wordt bij elk gesprek.

Verbinding coach – cliënt